Kerk en cultureel leven in de gemeente Epe |
![]() |
Tot ver in de twintigste eeuw vervulden de kerk en haar geestelijke leiders een belangrijke rol in het sociaal-culturele leven. Dominee Jan Andries Prins was een van hen. Tijdens zijn Eper ambtsperiode (1888-1917) liet hij een onuitwisbare indruk achter, al lieten ook andere geestelijke heren hun sporen na. ![]() Gebrandschilderd raam in Grote Kerk Epe Aanvankelijk hield Ds. Prins zich veel bezig met het jeugdwerk en al snel ook met het onderwijs. Hij was lang bestuurslid van de vereniging ‘Tot Steun’, die tot doel had om verwaarloosde jongeren op te vangen. Bovendien stimuleerde hij de Eper kinderen om naar school te gaan en zorgde hij, samen met het Sint-Anthoniegilde (waarvan hij olderman was), voor getuigschriften voor trouwe leerlingen en mooie cadeaus voor de besten uit de klas. Met kerst was er voor velen wat extra’s. Kinderen kregen mooie platen mee en de armen kregen speculaas met een afbeelding van de kerk. Juist de armen van Epe hadden zijn aandacht. Om te voorkomen dat zij rond de jaarwisseling moesten bedelen, richtte hij in zijn eerste jaren een Nieuwjaarscommissie op die tegoedbonnen uitdeelde aan de minder bedeelden. Ook regelde hij in 1907, samen met de diaconie, de bouw van zes armenwoningen. In 1902 stichtte Ds. Prins met zijn zusters de ‘Protestantsche Gezinsverpleging’ om de plaatselijke zieken in hun woning te verplegen. In 1948 werd dit werk overgenomen door het Groene Kruis. Ook zorgde Ds. Prins voor een betere huisvesting van de ‘Brei- en Naaischool’. Later zou dit de Nijverheidsschool voor Meisjes worden. ![]() Eper Gemeentewoning Uiteraard vervulde Ds. Prins ook als predikant een belangrijke rol in de Eper gemeenschap. Zo liet hij de kerk restaureren, zorgde hij ervoor dat de luidklokken van de kerk werden vernieuwd, het orgel werd gerestaureerd en uitgebreid met een tweede klavier; ook werd het avondmaalstel van de kerk door hem vervangen. Bij zijn emeritaat en afscheid van de gemeente (na bijna dertig jaar) kreeg Ds. Prins als dank voor zijn verdiensten een gebrandschilderd raam in de kerk aangeboden door de gemeente. Ds. Prins placht te zeggen: ‘Wie ruim bedeeld is, danke God. En denke aan der armen lot.’ Hij zou dit met zijn daden in praktijk waarmaken. © 2007, Wim van 't Einde |
< Vorige | Volgende > |
---|